Maarten Hornikx over waarom open science onmisbaar is voor maatschappelijke impact

‘Open science is geen extraatje — het hoort bij goede wetenschap’

2 juni 2025

Hornikx: “We moeten beter zichtbaar maken wat we allemaal publiceren aan niet-traditionele output, zoals software. En wat daarvan het effect is. Dan kun je zeggen: wij doen aan moderne wetenschap, dit is onze impact.”

Maarten Hornikx. Foto: Bart van Overbeeke
Maarten Hornikx. Foto: Bart van Overbeeke

Maarten Hornikx, hoogleraar akoestiek aan de ɫɫ-faculteit Built Environment, is een overtuigd pleitbezorger van open science — en dan vooral van het delen van open research software. “Ik ben ervan overtuigd dat open science de sleutel is tot meer maatschappelijke impact van wat wij als universiteiten doen.”

Die overtuiging kwam niet van de ene op de andere dag bij Hornikx. “Tijdens mijn PhD-onderzoek schreef ik code voor software om akoestiek van binnenplaatsen te simuleren. Ik werd afgerekend op het schrijven van papers en dat de resultaten van mijn software klopten. Maar niet op het beschikbaar maken van die software.”

“Pas bij mijn verdediging zei iemand: ‘Als je hier een interface voor maakt, kan dit bruikbaar worden voor anderen.’ Dat zette me aan het denken”, vertelt Hornikx, die naast hoogleraar ook vicedecaan is aan de faculteit Built Environment.

Software toegankelijk maken

Sindsdien is er veel veranderd. Hornikx en zijn team ontwikkelen akoestische simulatiesoftware die het gedrag van geluid in en om gebouwen kan voorspellen. Zo kun je ruimtes optimaliseren voor spraak en muziek, en kun je hinderlijk geluid tegengaan. En die software wordt stap voor stap toegankelijk gemaakt, via een gebruiksvriendelijk online platform.

“We werken nu aan een interface die veel breder bruikbaar is. Niet alleen voor onderzoekers, maar ook voor adviesbureaus of bedrijven. Zo kunnen bijvoorbeeld mensen met gehoorproblemen profijt hebben van simulaties van akoestiek in ruimte die onze software maakt. Alleen als software beschikbaar en bruikbaar is, kan ons onderzoek maatschappelijke impact hebben.”

Ik ken fantastische papers waarvan niemand de bijbehorende software kan gebruiken. Zonde, want daardoor bouwt niemand verder op dat werk.

Maarten Hornikx

Hornikx merkt dat nog steeds veel resultaten van academisch onderzoek onderbelicht blijven. “We focussen enorm op de heilige graal: het traditioneel publiceren van papers. Natuurlijk zijn die belangrijk in de wetenschap, maar er is zoveel meer: datasets, software, ontwerpen, methodes. Die hebben potentieel waarde voor wetenschap én maatschappij, maar alleen als je ze deelt.”

In zijn vakgebied, de akoestiek, wordt veel software ontwikkeld in promotieonderzoek. Maar die software blijft vaak op een persoonlijke harde schijf staan. “Ik ken fantastische papers waarvan niemand de bijbehorende software kan gebruiken. Zonde, want daardoor bouwt niemand verder op dat werk. Als je het deelt, kun je samenwerken, voortbouwen, verbeteren – en dus veel meer impact maken.”

Collectieve vooruitgang

Open science gaat volgens hem niet over individuele roem, maar over collectieve vooruitgang. “Ik ben maar een klein radertje. Het is juist krachtig als we dit als academische gemeenschap samen doen. Alleen dan kunnen we grotere stappen zetten.”

De groep van Hornikx tijdens een away day waarop ze feedback geven op elkaars software. Foto: privé-collectie
De groep van Hornikx tijdens een away day waarop ze feedback geven op elkaars software. Foto: privé-collectie

Cultuurverandering is nodig

Binnen zijn eigen groep Building Acoustics probeert hij die verandering concreet te maken. “We organiseren bijvoorbeeld away days buiten de campus waarbij we met de hele groep andermans software gebruiken, testen en van feedback voorzien. Het is inhoudelijk waardevol én het versterkt het gevoel van samenwerken. In open science zit precies dat element: samen iets beter maken.”

Internationaal is Hornikx actief om die cultuurverandering in zijn vakgebied te stimuleren, bijvoorbeeld via workshops. Hierin laat hij zien hoe je software het beste kunt delen, hoe het zit met licenties, wat best practices zijn en hoe je software reviewt.

Hornikx met zijn groep tijdens een internationale conferentie waar ze een workshop open research software presenteerden. Foto: privé-collectie
Hornikx met zijn groep tijdens een internationale conferentie waar ze een workshop open research software presenteerden. Foto: privé-collectie

Hornikx ziet hij hoe jongere generaties sneller de open science-mentaliteit omarmen. “Promovendi van nu werken moeiteloos samen via . Ze groeien op met het idee dat je software deelt en elkaar helpt verbeteren. Die houding is hoopgevend.”

“En ik zie ook dat onze universiteit in de goede richting aan het veranderen is. Er is steeds meer ondersteuning rondom open science, daar ben ik heel blij mee. Zo zijn er zijn meet-ups waarop data stewards onderzoekers bijpraten over de laatste ontwikkelingen op het gebied van data, licenties en privacy.”

Open is ook een verantwoordelijkheid

Hornikx is realistisch over de uitdagingen. Open delen kost tijd. En het kan best spannend zijn om je software beschikbaar te stellen — wat als er fouten in zitten? “Daarom is training belangrijk. Er zijn goede cursussen via , daar zouden we nog meer op kunnen inzetten.”

Hornikx was fellow bij het eScience Center, het nationale centrum voor onderzoeksoftware. Het doel is dat onderzoekers in alle disciplines gebruik kunnen maken van geavanceerde software, rekenkracht en digitale technologieën, zodat Nederland voorop blijft lopen in het onderzoek. “Binnen het center heerst een sfeer van samen leren en kennis delen. Ik ben er groot fan van.”

Openheid is niet vrijblijvend

Hornikx vindt dat openheid niet vrijblijvend is. “Ons onderzoek wordt betaald met publiek geld. Dan heb je ook de verantwoordelijkheid om dat werk toegankelijk te maken. Misschien heb jij er zelf niet direct iets aan, maar een ander kan er wél iets mee. En als iedereen er zo in staat, versterk je elkaar.”

Maarten Hornikx. Foto: Bart van Overbeeke
Foto: Bart van Overbeeke

Ons onderzoek wordt betaald met publiek geld. Dan heb je ook de verantwoordelijkheid om dat werk toegankelijk te maken.

Maarten Hornikx

Anders erkennen en waarderen

Open science betekent ook anders denken over erkenning en waardering van wetenschappers. “Een paper publiceren, levert je citaties op wat weer meetelt voor je beoordeling en je carrière. Maar als je een dataset of software publiceert, wordt dat veel minder gezien. Waarom zou je er dan tijd in steken? Terwijl het vaak minstens zoveel werk is.”

Hornikx ziet het als een taak voor universiteiten om dat te veranderen. “We moeten beter zichtbaar maken wat we allemaal publiceren aan niet-traditionele output. En ook wat daarvan het effect is. Dan kun je zeggen: wij doen aan moderne wetenschap, dit is onze impact.”

Goed onderzoek verder brengen

Voor Hornikx is open science geen doel op zich, maar een manier om te zorgen dat goed onderzoek verder komt dan de universiteitsmuren. “Ik ben halverwege mijn carrière. Ik wil nog mooie dingen onderzoeken, maar uiteindelijk wil ik vooral dat er iets met ons werk gebeurt. Dat het niet stopt bij een rij proefschriften in de kast. Dat het de wereld een beetje beter maakt.”

Uit onze strategie: over open science

Als maatschappelijke organisatie richt de ɫɫ zich op het genereren en verspreiden van kennis. Onderzoek dat betaald wordt uit publieke middelen moet wereldwijd vrij toegankelijk zijn. Dat geldt voor zowel wetenschappelijke publicaties, als ook andere vormen van wetenschappelijke output. Door onze onderzoeksresultaten en -methodes te delen met iedereen die ze lezen wil - open science - delen wij onze kennis met de maatschappij, bedrijven en wetenschappelijke collega’s.

We streven naar meer samenwerking en transparantie in alle fases van het onderzoek zodat anderen ervan kunnen leren. En we samen kunnen werken aan de oplossingen voor de uitdagingen van de toekomst.

Open science is onderdeel van onze Strategie 2030.

Foto: Bart van Overbeeke

Brigit Span
(Corporate Storyteller)

Meer over onze strategie

Blijf ons volgen